Excelsior Rotterdam Magazine, juli 2022

dan geloof ik echt dat we weer stappen gaan maken. Dit Excelsior ademt mogelijkheden en kansen in plaats van beperkingen.’’ Kelder: ,,Vroeger hadden we vaak het dilemma dat we heel veel wilden, maar dat het niet kon.’’ Bovenberg: ,,Precies dat moeten we niet meer willen. Nu is het: we willen heel veel en we gaan het ook doen.’’ Kelder: ,,En dat is ook goed. Als je weet hoe het was en hoe het nu is, dan vind ik dat heel knap. Vanuit een gezonde basis wordt nu door nieuwe mensen gewerkt met een andere insteek en aanpak. Ik ben er trots op dat dit bij Excelsior kan. Dat meen ik serieus.’’ Bovenberg: ,,Onze enige beperking is onze creativiteit. Deze zomer hebben we geïnvesteerd in onze faciliteiten, de voorwaarden om verder te komen. We willen het anders en gaan dat ook doen. Vorig jaar hebben we in eerste instantie minder uitgegeven aan het spelersbudget, omdat ik vond dat er een aantal zaken moest gebeuren die de club in zijn totaliteit verder zou helpen. Als je ziet wat we in een jaar tijd hebben gerealiseerd, dan kan het dus wel. Ik zeg niet dat het makkelijk is, maar onze naam betekent niet voor niets ‘steeds hoger’. Dat we elk jaar met z’n allen 10 procent beter willen worden moet het motto zijn van iedereen die bij Excelsior werkt.’’ Toen Simon Kelder in 1988 voorzitter werd, zat Excelsior in een moeilijke fase. ,,De enige drive in die periode was: overleven. Er was niks. Toen het nieuwe stadion in 2000 werd geopend, was dat zo’n geweldige sprong vooruit. Van daaruit zijn we verder gaan bouwen. Daarna zijn jongens als Ferry de Haan en Wouter Gudde in de organisatie gekomen. Jonge gasten die een heel andere kijk op zaken hadden. Zo is Excelsior in staat gebleken om te groeien en beter te worden, zonder uit het oog te verliezen waar de club voor staat. Excelsior staat nog steeds bekend als sympathiek, maar je moet niet in het verleden blijven hangen en juist blijven vernieuwen.’’ Bovenberg: ,,Het uitgangspunt moet zijn dat we elke keer een omgeving weten te creëren waarin we kunnen presteren. Zoals grote clubs die altijd aan het eind van de rit finales winnen. Waarom wint Real Madrid keer op keer de Champions League? Dat zit toch verweven in de cultuur van zo’n club. Bij ons zit in de clubcultuur dat we uit onverwachte positie kunnen toeslaan, waarbij onderschatting wellicht meespeelt. Wij moeten goed weten waar we Als we op zoek zijn naar het DNA van Excelsior Rotterdam kunnen we dat best vragen aan Simon Kelder, die al sinds 1962 meeloopt: ,,Excelsior is altijd een laagdrempelige club geweest’’, zegt hij. ,,Een club ook die altijd is bestuurd op een sympathieke manier. Conflicten kun je op één A4’tje beschrijven. En ondanks de bescheiden middelen wisten we altijd goed te presteren, veel aandacht te besteden aan de jeugd en ons staande te houden naast Feyenoord en Sparta.’’ ,,We moesten daarvoor wel inventief zijn. Zoals bij de bouw van het huidige stadion. Het geld dat we destijds kregen van John de Mols sportzender Sport 7 investeerden we niet in spelers, maar in tribunes. Heel belangrijk, want dat is de aanzet geweest voor de club die we nu zijn. Ook de samenwerking met Feyenoord was een belangrijke stap. Vanaf dat moment hebben we vrijwel elke seizoen een periodetitel gepakt en nacompetitie gespeeld, of waren we actief in de Eredivisie. Dat is toch knap voor een bescheiden club als Excelsior.’’ Excelsior heeft volgens Kelder overal in Nederland een sympathiek imago: ,,Dat is al begonnen in de tijd van Henk Zon, Jaap Bontenbal, Aad Libregts en Mart Borneman en dat is nog steeds zo. Maar de laatste jaren is de organisatie steeds verder geprofessionaliseerd. Tot die tijd had je een paar bestuursleden en als je overdag naar Excelsior belde, kreeg je niemand aan de lijn. De club heeft sindsdien enorme stappen gezet, ook nadat we weer zelfstandig zijn geworden van Feyenoord. Bijvoorbeeld op commercieel gebied zijn enorme stappen gezet. Maar ook met de Excelsior Foundation. Dat is allemaal ontstaan op de basis die in de jaren daarvoor is opgebouwd.’’ Daan Bovenberg - sinds april 2021 algemeen directeur van Excelsior - kan zich wel vinden in het beeld dat Kelder van de club schetst: ,,In elk geval vanuit historisch perspectief. Wat extreem in ons DNA zit is van niks iets maken door inventief en ondernemend te zijn. Wat ik daar wel heel erg aan probeer toe te voegen is de gedachte dat dingen wél kunnen. Er zijn ook fases in de historie geweest dat de club zich er te snel bij neerlegde dat dingen niet konden. Terwijl Excelsior voor mij heel erg is: vooruitstrevend zijn om echt verder te komen. Dat wil ik combineren met de betrokkenheid van mensen waarmee wij kunnen werken. Als je dan echt gas gaat geven en een duidelijke richting hebt, dan geloof ik er heel erg in dat wij in staat kunnen zijn om echt zelfstandig te opereren.’’ ,,In het verleden legde men zich soms iets te veel neer bij de situatie dat anderen nodig waren om onze broek op te houden. Ik wil toe naar een situatie waarin we zelfstandig in staat zijn om keuzes te maken. Ik ben er trots op als ik zie hoe we er nu financieel en commercieel gezien voorstaan en dat we vanuit onze eigen begroting en exploitatie keuzes kunnen maken. Ik denk dat er weinig periodes in de geschiedenis van Excelsior zijn geweest waarin dat het geval is geweest. Dat symboliseert voor mij echt wel Excelsior. Als dit het nieuwe uitgangspunt is DIT EXCELSIOR ADEMT MOGELIJKHEDEN EN KANSEN IN PLAATS VAN BEPERKINGEN. -DAAN BOVENBERG8 Maga z i ne x Exce l s i or Rot terdam j u l i 2022 9 Maga z i ne x Exce l s i or Rot terdam j u l i 2022

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=